dinsdag 12 oktober 2010

12-10 De zuidelijke wouden

Met de regen ratelend op onze voorruit, lieten wij zoals gezegd Kenwick steeds verder achter ons en na flink wat hellingen op en af te sjeezen, beëindigden wij de dag in Bridgetown, een naar Australische normen charmant stadje (en dat hoor je ons niet vaak zeggen, al zullen onze normen ondertussen al wel wat verlaagd zijn).
Het landschap dat wij tijdens het rijden in onze ooghoeken zagen voorbijglijden, was nieuw – hoewel, nieuw, het deed denken aan de Ardennen, maar dan met andere soorten (voornamelijk grotere) bomen: Karri, Jarrah, rode en gele Tingle en nog meer paljassen waarvan de naam ons nu ontschiet.
Verspreid doorheen deze wouden (die in het Engels luisteren naar de naam ‘Southern Forests’) staan klimbomen; lange, slanke loeiers van bomen waar ijzeren pinnen in de stam zijn geslaan waarlangs de waaghalzen draaitrapgewijs tot in de top kunnen klauteren. Oorspronkelijk werden deze klimbomen gebruikt om de exacte positie van bosbranden te kunnen lokaliseren door de coördinaten van een brand vast te stellen vanuit twee of meerdere uitkijkpunten.
De hoogtevrezer in ons deed een eerste poging om de 55 meter hoge Diamond Tree te bedwingen nog mislukken, maar na een ommetje in Pemberton en een verbeten tweede aanval, kwamen wij ondanks beangstigende ogenblikken als winnaars uit de strijd. Triomfantelijk speurden wij van in de uitkijkpost boven het omliggende bladerdek de wijde horizon af.
Hier en daar zagen we beboste heuvelflanken afgewisseld met wijngaarden, en toen we weer met beide voeten op de grond stonden, gingen we met de in Perth opgedane kennis en ervaring op een van de gespotte landgoederen organische cider proeven (onder ons gezegd en gezwegen: jakkie).
Onze boomdrift was nog niet ten einde want de volgende dag (de hemel was trouwens nog steeds bekleed met een donkergrijs wolkentapijt waar al eens wat water uit durfde te vallen) begaven wij ons alweer doorheen hooggelegen bladerdekken in Walpole. Over de gigantische overspanningsbruggen van de Tree Top Walk gingen wij van de ene gigantische boomkruin naar de andere. Even later stonden we zelf weer beneden, tussen de bombastische holle stammen van de Valley of Giants, die ondanks aanhoudende samenzweringen van vuur, insecten en schimmels, weigeren te sneuvelen en fier rechtop blijven staan, waarvoor ons eeuwige respect.


De kaart


De vervaarlijk hoge Diamond Tree



De eerste poging op de spiraalladder



Halverwege poging twee: een onheilspellend waarschuwingsbord op het enige rustplatform


Fier als een gieter, boven


De onvermijdelijke tocht weer naar beneden


De man zonder schaduw (of was het andersom?)




De Tree Top Walk


Bart in een holle boom


Bart in de kinderhoek (tot 1994 mocht men effectief in een holle boom parkeren en dit soort plaatjes schieten; de boom in kwestie is ondertussen mede hierdoor overleden)

4 opmerkingen:

  1. En wat doe je als er een tegenligger komt?
    Terug eventjes naar beneden? Of moet de ander terug naar boven?
    De cirkel is bijna rond, zie ik op 't kaartje, nog een paar duizend km? Hoe lang nog voor jullie terugkeren naar wat er nog overblijft van jullie 'vaderland'?
    En trouwens, de groetjes aan Katleen.
    Davy

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Uiteraard durfde niemand anders de boom te trotseren. In geval van een occasionele tegenligger is er geen andere mogelijkheid dan als een stoere vlegel links of rechts te kiezen en je erlangsheen te schurken.
    Ondertussen zijn we al in Victoria, dus de cirkel is idd bijna rond.
    De groetjes aan katleen zullen niet meer lukken, we hebben onze tête-à-tête al achter de rug...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. We komen overigens 6 februari terug aan.

    BeantwoordenVerwijderen