zaterdag 2 oktober 2010

02-10 De zevende dag.

Onze vrienden zetten zichzelf op zaterdagmorgen steevast op tijd uit bed om naar de kerk te gaan. In tegenstelling tot bij ons, waar je in het overgrote deel van de gevallen bij een Katholieke misviering zou terechtkomen, is er in Australië net zoals in Amerika een bont allegaartje van religieuze strekkingen: Anglicanen, Katholieken, Protestanten, Orthodoxen, Lutheranen, Evangelisten, enzoverder enzovoort.
Wij (en vooral onze nieuwsgierigheid) lieten ons overtuigen om eens een kijkje te gaan nemen bij de wekelijkse Seventh Day Adventist-viering.
De adventisten baseren zich op het Oude Testament, de Tien Geboden en houden de wekelijkse rustdag van God daardoor op zaterdag (de zevende dag van de christelijke week) en niet op zondag zoals gebruikelijk. Zij geloven dat de Bijbel de waarheid bevat over alles wat geloof en Christelijk gebruik betreft, maar aanvaarden dat de historische en wetenschappelijke details (irrelevant voor het geloof op zich) fouten kunnen bevatten.
Samen met zo’n driehonderd andere mensen, gaande van piepjong tot zeer oud, vaak uiterst proper uitgedost, gingen wij dus naar de kerk. Het gaat hier om een gebouw dat in de verste verte niet aan een kerk doet denken, maar eerder aan een parochiecentrum.
Via een gesofistikeerd draadloos microfoon- en luidsprekersysteem, luisterden wij aandachtig naar een hele reeks mooie hedendaagse gezangen, gebracht door verschillende groepen, allen met uitgebreide instrumentale begeleiding (piano, gitaar, slagwerk, keyboard).
Een licht grijzende man riep alle kinderen naar voor en vertelde hen enthousiast een dierenverhaal over hulpvaardigheid, er werd een gedicht voorgedragen, daarna werd er meer gezongen, een kort gebed gesproken, alweer gezongen en toen was het voorbij. Geen priester dus, al is er normaal gezien ook nog een spreker die een religieus thema aankaart – allemaal een stuk losser en informeler dan bij ons (vandaar allicht de veelvuldige opkomst) en zeer de moeite om eens mee te maken, al is de kans erg groot dat wij volgende zaterdag weer gewoon lui uitslapen.

Na de viering mochten we met de hele familie mee gaan lunchen bij de ouders van Ryan en Jade, waar wekelijks een grote bende bij mekaar komt: drie broers met hun respectievelijke vriendinnen, de zus, enkele vrienden, uiteraard de ouders, en deze week nog extra ‘de Belgen.’ Voor de derde keer die week (puur toeval) aten wij lasagne, maar vermits wij dankbaar waren voor onze maaltijd (en vermits het lekker was), hoorde niemand ons daarover klagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten