donderdag 29 april 2010

11-04 Die gouden kust

Hoewel de Gold Coast bezaaid ligt met plaatsjes die luisteren naar ronkende namen als Palm Beach, Mermaid Beach en Surfers Paradise, waren wij zelden onder de indruk. Net voor de weg naar Brisbane een knik maakt en landinwaarts zwenkt, kon het laatste kleine beetje Gold Coast ons toch nog tot staan brengen. Paradise Point bracht de nieuwsgierige pottenkijker in ons naar boven, niet om zijn strand, zijn wuivende palmbomen of zijn cafeetjes-met-zicht-op-de-marina, wél om zijn villawijk waar een netwerk van kanaaltjes is aangelegd zodat de plaatselijke welgestelde dames en heren er naar hartelust tot aan hun eigen achterdeur (of is het de voordeur?) kunnen drijven in hun superdeluxe jachten.

Na Paradise Point snorden we al snel door de verste uiterste buitenwijken van Brisbane. Even later viel de avond en ondervonden we aan den lijve – zoals dat dan zo mooi heet – een eerste verschil tussen de staten New South Wales en Queensland. Supermarkten zijn hier op zaterdag niet open tot negen of tien uur, niet eens tot zeven of acht zoals in België, maar tot klokslag vijf pm. Met onze voorraadkast min of meer zeer leeg, wordt zo’n ontdekking niet op gejuich onthaald.
Drie tevergeefse pogingen bij grotere supermarkten dichter bij en zelfs in Brisbane centrum én enkele uren later zaten wij in het donker gebogen boven onze noodmaaltijd: noedels uit de Aldi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten