zaterdag 10 april 2010

04-02 Het hinterland van de North Coast

Na Forster, Red Rock en anderen aan de kust, namen we de afslag van de Waterfall Way, op weg naar Dorrigo National Park. In het charmante dorpje Bellingen, met zijn kleine boetiekjes vol lieflijke snuisterijen, sloegen we de nodige mondvoorraad in en een stukje verderop, op een venijnig stuk slechte weg bergop, weerklonk ineens een kletterend geratel en gerammel dat pas ophield eens we stilstonden op de zijberm.
Zonder goed te weten wat er gaande was, zagen we dat ook de auto’s achter ons stopten. Er werd verbaasd gekeken, verschrikt gepraat; brokstukken werden van de weg gehaald, maar al gauw bleek er niks erg aan de hand.
Blijkbaar was ons reservewiel van onder onze auto (waar het thuishoort) gedonderd. De mevrouw die na ons kwam (en die omdat wij tamelijk traag bergop gaan nogal kort achter ons zat) kon niet meer stoppen en niet uitwijken door een tegenligger en is er dan maar overheen gereden. De brokstukken op de weg waren even tevoren nog een plastieken beschermplaat onderaan de voorkant van haar bolide.
Gelukkig hadden wij enkele dagen eerder een (optionele) verzekering afgesloten voor materiƫle schade aan derden (in de verplichte verzekering zit enkel fysieke schade) en nog gelukkiger hadden we er eentje genomen zonder franchise, dus in principe moet alles zonder problemen worden afgehandeld (ookal reed de mevrouw in een Peugeot en zijn wisselstukken voor een Peugeot hier nog zeldzamer dan een ijsbeer op de zuidpool).

Na een nachtje slapen bij de Dangar Falls, hadden we de volgende dag weer pech, want de wandeling die we wilden doen (met nog meer watervallen op het menu) in Dorrigo NP, was afgesloten wegens een grondverzakking van een hele tijd geleden.

De volgende dag bracht twee soorten plezier. Eerst een garageverkoop, waar we een soort gameboy met heel wat verschillende spelletjes, waaronder tetris (jeuj, waar is den tijd!), op de kop tikten voor de spotprijs van twee dollar.
In de namiddag kwam dan onze eerste confrontatie met het icoon van het land, de kangoeroe. Een familie (zo leek het door onze mensenogen) van kangoeroes zat niet ver naast de weg op een mooi stukje gazon te ‘grazen’ (hebben kangoeroes ook vier magen en zijn het ook herkauwers? – een quizvraag voor wie zich geroepen voelt, er zijn weer virtuele kussen te verdienen!). Ze hielden ons nauwlettend in het oog en na een tijdje gaf vader kangoeroe een of ander sein waarna zijn familie in de bosjes verdween, de smeerlap. Vader keek nog even goedkeurend in het rond, en snelde dan gezwind zijn naasten achterna.

Een dag later hoorden we dat ook hier down under met winter- en zomeruur gewerkt wordt en dat het uur die nacht was veranderd. Wij waren eerst uiterst tevreden met een extra uur daglicht, maar al snel werd duidelijk dat we ons hadden vergist en dat we een uur moesten inboeten. Nu is alles hier om zes uur al in volledige duisternis gehuld.

1 opmerking:

  1. Raar dat die eerste kangoeroe altijd zo lang op zich blijft wachten! Maar eens de kop eraf zie je ze overal!

    BeantwoordenVerwijderen