woensdag 23 juni 2010

23-06 De tocht naar en van het rode centrum

Zoals in het midden van een kers een stevige pit zit waarzonder de vrucht niet zou bestaan, zo ligt in het midden van Australië het ‘Red Centre’. Met Uluru (Ayers Rock) en Kata-Tjuta (de Olga’s) – twee van de meest betekenisvolle spirituele heiligdommen van de Aboriginals – en de Kings Canyon, een impressionante rotskloof, is het rode centrum een van de meest bekende bezienswaardigheden in Australië.
Als een speer daarheen dus, zou je denken, ware het niet dat Australië zo verdomd groot is, en dat eens de kust meer dan honderd kilometer ver in je achteruitkijkspiegel zit, je door de voorruit zicht krijgt op de ‘outback’, het woeste, welhaast onbewoonde land der verlatenheid. Duizenden kilometers doorheen de leegte, met om de paar honderd kilometer een ‘roadhouse’ (een benzinestation met veel te dure naft, een bar, een winkeltje en soms een camping). Het is het land van de vergane glorie van het verlaten mijndorp, van de onvindbare kudde runderen, van de eenzame ziel.
Het is het gestolen land van de Aboriginals, die tot vandaag de dag moeite hebben zich zonder hun land te redden en zich te integreren in de huidige maatschappij, met alcoholmisbruik en zwerverschap als meest zichtbare symptomen.
Het is het trieste nachtelijke lot van de platgereden kangoeroe (of occasioneel een everzwijn, een rund of zelfs iets wat op een beer leek). Het is het rijk van de adelaar die onverschrokken op zijn (platgereden) prooi blijft staan wanneer je langs hem scheurt. Het is de speeltuin van de truckchauffeur hoog en droog in zijn road-train, onverstoorbaar voortsuizend met drie (soms vier!) opleggers achter de trekker. Het is het decor van fonkelende sterrenhemels, rode zonsopgangen en oranje ondergangen (de foto’s doen de realiteit onrecht aan), van al even kleurrijke maanopgangen waarbij de maan zo groot en zo dichtbij lijkt dat je ze uit de lucht wil nemen om aan je muur te hangen. Het is het land van stemmige avonden met een slok licht-lauwe wijn uit een koffietas.
Met een gemiddelde van zo’n 500 kilometer per dag doorkruisten wij dit land, tweeduizend kilometer naar het westen, en draaiden daarna aan Australiës meest legendarische T-splitsing linksaf richting zuiden, voor nogmaals duizend kilometer (met onderweg de fantasierijke rotsformaties van de Devils Marbles) doorheen uitgestrekte vlaktes zo ver het oog kan zien.
Uiteindelijk (na een dag vertraging omwille van slechte weersvoorspellingen) sta je dan een klein mensje te wezen aan de voet van Uluru, een meer dan driehonderd meter hoge, drie kilometer lange steen in het midden van een anderzijds vlak en ongeschonden landschap, in het midden van Australië. Jammer genoeg was de klim naar de top van de rots afgesloten door de voorspelde regen, hoewel we niet zeker zijn of we het anders zouden hebben aangedurfd om ons omhoog te sleuren aan het kabeltje dat op de rots is gespannen.
Iets verderop voelden wij ons al even nederig tijdens de wandeling van 7,5 km in de Valley of the Winds, die zich doorheen de Olga’s slingert, een groepering van 63 soortgelijke, maar iets kleinere, rotsen/bergen/bulten.
Net op tijd waren wij weer bij Uluru om hem tijdens de zonsondergang van roodbruin over oranje en rood naar bijna zwart te zien verkleuren als een volleerd kameleon en konden we ons inbeelden dat dit alles een diepe en verwonderlijke indruk moet gemaakt hebben op de Aboriginals en hun natuurgodsdienstige cultuur (over de Aboriginals volgt op een dag nog wel eens een gedetailleerde schets – als zoiets bestaat).
De volgende ochtend waren wij paraat voor de zonsopgang, maar dit werd een maat voor niets vermits het uitkijkpunt recentelijk verplaatst was ‘om eens een ander zicht te hebben dan op de postkaarten’ en men er niet beter op had gevonden dan dit in het zuiden te leggen, waar (herinner u) in het zuidelijk halfrond nooit zon komt. Totaal onbegrijpelijk eigenlijk, maar we hadden het pas door toen het (letterlijk) te laat was.
Later die dag hadden wij driehonderd kilometer verder afspraak met het bizarre landschap van de Kings Canyon, waar in de ‘Lost City’ eeuwenoude rotsplateaus door erosie herleid zijn tot bulten die aan oer-tempels doen denken en waar de ijsberen van deze wereld een duik kunnen nemen in de waterpoel in de ‘Garden of Eden’. Even terzijde: we spreken hier van ijsberen vermits het, ondanks het zonnige weer daar in het centrum van het land, overdag op zijn best achttien graden wordt en ’s nachts de temperatuur het vriespunt nadert. Lekker fris dus, zodanig zelfs dat wij soms moeite hadden om te slapen en zeker om te slapen zonder pipi te moeten doen van de kou.
Die avond zagen we onderweg een kudde wilde kamelen (of dromedarissen, of het nu één of twee bulten heeft, hier noemen ze het zowiezo ‘camel’) met hun opperkameel, twee wilde paarden en hebben we met opengesperde ogen zonder ongelukken een honderdtal kilometer door het pikkie-donker gereden omdat onze geplande kampeerplaats bijna zonder water zat. In zo’n geval gaat men in de outback in een spaar-modus waaraan niemand ontsnapt, zelfs geen spaarzame Belgen, dus werden wij vriendelijk doorgestuurd. Doorrijden naar een volgende camping was de boodschap.
Doorrijden en maar doorrijden was ook het motto voor de dagen daarna, toen we duizend kilometer weer langs dezelfde weg noordwaarts reden tot aan de eerder vermelde T-splitsing, waar we nu zonder verpinken de afslag richting oostkust rechts lieten liggen en resoluut noordwaarts bleven karren richting Darwin, een luttele 1000 km verderop – en route, vers des nouvelles avontures…










Devils Marbles








Kata Tjuta




de beklimming

Uluru





Kings Canyon



kaas en wijn in de outback



nieuwsgierige emoe



2 opmerkingen:

  1. Zo mooi beschreven dat mijn eigen herinneringen aan 200 per uur terugkomen!! heerlijk ..

    BeantwoordenVerwijderen
  2. WAAAAW
    Dit is eigenlijk wat ik mij met mijn beperkte kennis van Australie ervan voorstelde.
    Wat mij ook geweldig opvalt is dat jullie daar precies zo alleen zijn, ik veronderstel dat dit toch de meest bezochte plekken zijn daar?
    Hier gaat verder alles zijn gangetje, op naar ons jaarlijkse "hoogtepunt": een volle twee weken vakantie!!! (voor sommigen iets meer)
    Voor de rest geen spectaculair nieuws.
    d'Hollanders hebben de WK-finale verlore of de Spanjaarden hebben gewonnen , 't is maar hoe je 't bekijkt.
    Octopus Paul had weer eens gelijk, maar da's een ander verhaal.
    Doet dat goed, daarachter.
    Davy

    BeantwoordenVerwijderen