maandag 21 juni 2010

12-06 Een kritische noot (hard om te kraken).

Nog lichtjes nawiegend bracht ons camionetje ons verder naar het noorden, doorheen Bowen, waar een vier meter hoge mango-replica als de oplossing wordt beschouwd voor het tanende toerisme. Volgens de brochures werkt het nog ook en komen laaiend enthousiaste toeristen van heinde en verre om dit plastieken stuk fruit te zien – volgens ons is en blijft Bowen een doods dorp waar weidse vlaktes uit asfalt als straten worden beschouwd en waar al helemaal niets te beleven zou zijn, ware het niet dat er enkele mooie stranden en baaien nabij liggen. Op die manier vormt Bowen een prachtig voorbeeld van wat voor ons het grootste probleem is met Australië: de ongezellige steden en dorpen.
Als je gewone huisjes vijf keer verder uit mekaar zet dan ze hoog zijn (zowel buren als overburen), krijg je nooit het gevoel van ‘in het centrum’ te zijn; zeker niet omdat overal auto’s verspreid staan en rijden op lege vlaktes grind en asfalt. Zelfs dorpjes (zoals Bowen) met minder dan tienduizend inwoners hebben een hoofdstraat (de ‘winkelstraat’) waar in beide richtingen twee rijstroken zijn met daarnaast nog een parkeerstrook, en middenberm met wat struikgewas; geen mix van cafeetjes, restaurants, winkeltjes, bezienswaardigheden, publieke gebouwen… Winkelen doe je buiten ‘de stad’ in het shoppingcenter, de bibliotheek en het zwembad vind je buiten ‘de stad’ in de officiële-gebouwen wijk, bezienswaardigheden of gebouwen die wat karakter zouden kunnen brengen bezoek je buiten ‘de stad’ in het historische gedeelte.
Townsville, na Brisbane de grootste stad in Queensland (250000 inwoners), kampt met hetzelfde probleem, en was op het moment dat wij er waren bezig met haar – toegegeven – ietwat in verval zijnde winkel-wandelstraat te vernieuwen, door er, jawel, in twee richtingen weer verkeer doorheen te sturen, wat nieuwe bankjes te zetten en grotere tegels te leggen en zo de boel weer te revitaliseren. Wij kregen er rillingen van langsheen onze ruggengraat, en probeerden er toch maar het beste van te maken door tussen de auto’s door van straat naar straat te laveren, op zoek naar kruimels van een rijk verleden.
In het restaurant dat wij hadden gekozen bleek de helft van de kaart niet beschikbaar te zijn (er was geen kip meer, er was geen steak, er was geen hamburger, en de frietjes waren ondertussen op, waardoor het kiezen was tussen twee soorten pasta en twee soorten vis)
In tegenstelling tot de Australiër, heeft een Belg niet genoeg aan een mooi strand en goed weer alleen, en dus blijven wij (zoals gezegd soms ook letterlijk) op onze honger zitten wat betreft gezelligheid en cultuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten