woensdag 28 juli 2010

28-07 The Kimberly en The Pilbara

Weer terug op Australische bodem, kropen wij opnieuw in de beschermende schulp van onze rijdende stulp en met de brandende middagzon in onze rug trokken we verder, doorheen het noordwesten van het land.
Kilometer na kilometer, uur na uur achter het stuur en op den duur prikt de laaghangende zon je in de ogen en is het tijd om halt te houden, de tafel op te zetten, een tasje wijn te schenken uit de kartonnen doos, een simpel slaatje in mekaar te flansen en in het pikkedonker naar de fonkelende sterren te staren.
Bijna twee miljoen meter lang zagen wij behalve het verlaten, golvende landschap enkel wegwijzers die ons van de hoofdweg probeerden te lokken, de grindwegen op, diep tot aan de ongerepte schoonheden van de Kimberly. Zonder vierwielaandrijving – en belangrijker nog, zonder terreinbanden, luchthapper en verhoogde ophanging – zijn die grindwegen een marteling (soms zelfs een zelfmoordpoging) voor je auto en je eigen gestel. Met pijn in het hart lieten wij deze afslagen dus links en rechts liggen en kwamen we in Broome.
Onze eerdere ervaringen met Australische ‘steden’ indachtig, waren onze verwachtingen klein en toch slaagden we er nog in ontgoocheld te raken, met name in het zogenaamde Chinatown, waar geen Chinees, geen chinees teken, laat staan een overblijfsel van een chinees gebouw te bespeuren was, maar wel (zoals eigenlijk overal in dit land, iets waar we al eens over hadden willen klagen, maar dat is er nooit van gekomen) lelijke postkaarten, en daar heeft niemand wat aan.
Het strand en de zee moet dan soelaas brengen; de roestige rotsen van Gantheaume Point, de ketting van kamelen bij zonsondergang op Cable Beach en het marktje op Town Beach naar aanleiding van de ‘Staircase to the Moon’, een natuurlijk fenomeen dat zich elke maand bij volle maan voordoet, door de reflectie van het maanlicht op het water (we voelden ons wereldvermaarde sterren bij het afgaan van de honderden foto-flitsen die afgingen terwijl de toeschouwers – tevergeefs – probeerden het gebeuren op de gevoelige plaat vast te leggen; wij hebben ook geen foto, maar deze link geeft een idee: http://national.atdw.com.au/multimedia/watc/staircase.jpg)

Met licht ronkend gevroem verlieten wij Broome. Na twintig kilometer reden wij weer het uitgestrekte niemandsland binnen, en nog eens honderd kilometer verderop, botsten wij (figuurlijk gesproken natuurlijk) in dat uitgestrekte niemandsland op een politiecontrole. Elf uur ’s morgens, identiteits- en rijbewijzen werden met diepe frons bekeken, het resultaat van de blaastest (negatief) werd ook zorgvuldig opgevolgd, en toen waren we weer op weg, met goedkeuring van de lokale arm der wet.
De weg die naar het zuiden leidt langsheen de kust, loopt jammer genoeg niet vlak langsheen het water, maar minstens tien kilometer meer naar het binnenland toe, waardoor we slechts zelden een glimp opvingen van de oceaan. Ter hoogte van het gebied dat luistert naar de naam ’80 mile beach’ konden wij niet meer aan de drang weerstaan en trokken wij op onverharde wegen tot aan de ongerepte kust, na hiervoor de nodige centen op tafel te hebben gelegd.

Een dag later snorden we doorheen de onwaarschijnlijke landschappen van de Pilbara en overnachtten wij alweer op een dot van een locatie, ditmaal een ‘gewone’ rest area (hoe heet zo’n parkeerplaats naast de autostrade waar je even of wat langer halt kan houden om de benen te strekken in het nederlands?), waar we rond het kampvuur zaten met een amalgaam aan backpackers uit Frankrijk, Duitsland, Engeland en Canada. Naast het roosteren van brooddeeg tot een soort van eetbare pizza-bodem en het uitwisselen van verhalen, liepen we bij het uitwisselen van muziek (wij zijn de onze al bijna beu gehoord en roepen bij deze iedereen op om zijn favoriete nummer van het moment in onze mailbox te deponeren) een hardnekkig computervirus op, waar we nog altijd niet helemaal vanaf zijn, maar onze laptop laat zich zomaar niet kisten.
De volgende ochtend splitste de hele bende zich weer op en deed iedereen verder met wat hij/zij/ze bezig was/waren; bij ons was dat: op weg zijn naar Karijini National Park, waar we niet veel later aankwamen, deftige schoenen aantrokken en ons onderdompelden in de wilde, natte en soms glibberige pracht van de Dales Gorge.



Boab bomen bij dag en valavond




Gantheaume Point, Broome


Kamelen op Cable Beach, Broome


Kilometer na kilometer... oogjes op de weg houden!


Pauwen weten duidelijk nog niet van het bestaan van de gsm...


Op weg naar de kust op een stukje degelijk onverhard grind...




... en na lange tijd: de zee!





Een dag in de Pilbara








Karijini NP


en natuurlijk: de kaart!

free html visitor counters

Geen opmerkingen:

Een reactie posten