donderdag 22 juli 2010

08-07 Darwin en de Top End.

Aaaah (zucht van verlichting), we zijn er. Darwin. Hoezeer we ook genoten van de rust, stilte, schoonheid en vrijheid van de outback, weer in de bewoonde wereld terechtkomen deed deugd. Niet voor zo heel lang weliswaar, want hoewel Darwin vergelijkbaar is met Cairns qua schaal en qua levendigheid, het is de omgekeerde wereld wat betreft ontvankelijkheid voor de budget-toerist die in zijn busje woont. Parkeren is een probleem, ’s nachts parkeren is nog een groter probleem (er wordt actief gepatrouilleerd en boetes zijn 130 dollar per persoon, per direct te betalen) en een douche nemen is ook een probleem, terwijl het een absolute noodzaak is, want in tegenstelling tot de voorbije twee weken is het sinds een paar dagen bloedheet, drukkend warm, vochtig plakweer waarbij het zweet je al uitbreekt als je er nog maar aan denkt om te ademen.
Slapen gaat niet goed want het koelt niet af ’s nachts en hoewel het openen van wat raampjes beterschap oplevert, brengt het ook horden muggen en vliegen met zich mee (een paar dagen geleden zaten er ’s ochtends een stuk of vijftig (!) in de auto) die gelukkig voor het grootste deel gestopt worden door het muskietennet, maar er is altijd wel een venijnigaard die naar binnen geraakt en raak prikt als een professionele naaister.
Terwijl wij bij momenten ambetant werden van de warmte, hielden we een korte (toegegeven, we hebben niet àlles geprobeerd) zoektocht naar werk, zonder resultaat, en al gauw werd duidelijk dat het (alweer) niet de juiste-plaats-juiste-moment-combinatie was, terwijl wij (én onze bankrekening) er wel op hadden gerekend.
Door het sluimerende ongenoegen over het gebrek aan gezelligheid, kleinschaligheid, cultuur en geschiedenis, het zich opstapelen van kleine tegenslagen, gaande van garage-perikelen en (nog steeds) onbetaald werk, over gesloten attracties/bezienswaardigheden en het weinig succesvol ontmoeten van leuke mensen (terwijl we die van in het thuisfront erg missen), overviel ons zo een vlaag van teleurstelling en ontgoocheling. Dat Australië voor ons niet hét beloofde land is, wisten we al iets langer (hiermee kan iedereen die gegrond vreesde dat we nooit meer zouden terugkomen, zijn angsten voorgoed opbergen), maar dat we ernstig zouden overpeinzen om vervroegd terug te keren, hadden we zelf niet verwacht.
Nu, gelukkig zijn wij jankers noch mietjes en hapten wij door de zure appel zoals een krokodil heeft leren doorbijten, en bij wijze van ‘vakantie tijdens je vakantie’ besloten wij een fikse portie geschiedenis, gezelligheid en cultuur op te gaan doen in Bali. Uiteraard ging dit niet zonder een tegenslag (doordat het schoolvakantie is in het noorden van Australië zijn alle vluchten een pak duurder), maar na wat wroeten, redeneren en plannen kwam er toch iets betaalbaars uit de bus.
Uitkijkend naar onze Azië-trip dienden wij nog enkele dagen te vullen en dat deden we – zoals de titel van dit stukje al verklapte – in de ‘Top End’, met de nationale parken Kakadu en Litchfield.
Kakadu is een lapje grond zo groot als België (dat is zelfs naar Australische normen groot voor een nationaal park), en het natuurlijke territorium van enkele Aboriginal-stammen; volgestouwd met moeraslanden, subtropisch woud en rotsformaties. Vergeleken met het woestijnachtige rode centrum van het land, is Kakadu voor een Aboriginal één groot fastfood-restaurant, met zijn overdaad aan vruchten, vis en gevogelte. Laat de gemiddelde westerling hetzelfde proberen (zonder picknickzak, stalen harnas en waterbestendige lucifers) en u vindt hem na enkele dagen nog halvelings terug, ofwel gestorven van de honger, ofwel geklist door een krokodil, een slang, een zwerm muggen of simpelweg de hitte, tijdens een helse zoektocht naar eten.
Wij probeerden dus niet eens, bleven veilig op de voorziene wegen en hadden voldoende eten en drinken op zak, waardoor we rustig onze ogen konden uitkijken. Ookal bleven enkele delen van het park voor ons onbereikbaar omdat ons busje geen vierwiel-aangedreven off-road monster is (dat nadeel hebben we eerder ook al regelmatig gehad), toch wisselden wij even een woordje (welgeteld één woordje: ‘hello’) met een sprekende papegaai, zagen wij aardige rotsschilderingen (doordat eten vinden zo ‘makkelijk’ is, hadden de mensen van weleer tijd voor dit soort artistiek tijdverdrijf), deden wij een sunset cruise in de Yellow Waters, waar de ene watervogel na de andere zich vertoonde en de krokodillen stilletjes door het water gleden. Ook ‘stalen’ wij regelmatig een onbetaalde douche door achteloos binnen te wandelen op een camping (iets waar we steeds beter in worden), omdat het ook in Kakadu altijd zweterig heet is en je van tien minuten ‘rondkijken’ al aan je rugzak plakt.
Nog dezelfde dag dat we Kakadu buiten reden, reden we honderd kilometer verderop Litchfield binnen, waar een bijzonder soort termieten zichzelf in ‘flatgebouwen’ vestigt (begrijpelijkerwijs termietenheuvels genaamd) die allen in dezelfde richting georiënteerd staan om doorheen de dag, ondanks het draaien van de zon, een constante temperatuur in hun bouwsel te garanderen. Blijkbaar doen de rakkers dat met behulp van hun magnetisch instinct, waardoor ze noord en zuid kunnen onderscheiden, en was er ooit een pientere termiet die iets van warmte-overdracht begreep en weten ze het nu allemaal.
Los van termieten stikt het in Litchfield van de watervallen, en in plaats van nog eens stiekem een camping binnen te sluipen om te douchen, doken wij in de zwempoel onder aan de voet van de Florence Falls, waarna we fris en monter een avondlijk haardvuur deelden met een bende fransozen.
Onze ontmoeting was van korte duur, want de volgende ochtend zetten wij weer koers naar Darwin, waar we op het laatste nippertje het vitrine-exemplaar van de enige Bali-reisgids op de kop tikten uit de enige boekenwinkel in de buurt.
Tijd om daarin te lezen hadden we niet, want op de Mindil Beach Sunset Markets openden de marktkramers hun ‘deuren’ en terwijl de ondergaande zon de hemel prachtig rood kleurde, keken wij uit over de eindeloze oceaan, tevergeefs turend naar waar wij de volgende dag – ergens, nergens – zouden zijn: Bali.



Rotstekeningen in Kakadu


Wandelen door Kakadu



Yellow Water Cruise: een waarschuwingsbord


Yellow Water Cruise: het moerasland


Yellow Water Cruise: een zeearend


Yellow Water Cruise: een pelikaan


Yellow Water Cruise: een krokodil


Yellow Water Cruise: een bosje bij valavond


Yellow Water Cruise: de zonsondergang



Litchfield: de Magnetic Termite Mounds


Litchfield: een groot uitgevallen 'gewone' termietenheuvel




Litchfield: de Florence Falls met haar zwempoel



De Mindil Beach Market zonsondergang...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten