dinsdag 17 augustus 2010

17-08 De jacht…

Wie ons vorige artikel aandachtig en tot aan het gaatje (het bittere eind, zo u wil) tot zich heeft genomen, weet welke twee prooien wij gedreven hebben nagejaagd.
Een eerste slachtoffer liet niet lang op zich wachten: ander, eerder vertrouwd, werk. De dag dat we ons snoeiwerk opzegden en onze contactpersoon bij het jobcenter spraken, waren er net twee plekjes vrijgekomen in een bloemkwekerij ten zuiden van Perth. Met bakken ervaring in de achterzak waren wij natuurlijk uiterst sterke kandidaten, en dus konden wij meteen na het weekend beginnen. Ter plekke werd ons enthousiasme wat de kop ingeduwd omdat we niet ingeschakeld werden in de gewone werkjes, maar vooral in de jaarlijkse zomeropkuis: oude planten weggooien, dorre bladeren opvegen, nieuwe potten vullen met grond en weer op hun plaats zetten (het betreft hier ondertussen negenduizend zeshonderd bloempotten die stuk voor stuk losgemaakt zijn, ontdaan van watertoevoer, leeggegoten, ontsmet, weer gevuld, weer op hun plaats gezet en opnieuw voorzien van de ondertussen ontsmette watertoevoer).
Momenteel zitten we in onze tweede week en valt het ietwat leukere werk ons ten deel. Zonder aarzelen schieten wij nu in actie (met bevredigend gevolg, welteverstaan) als men ons opdraagt rozen te pluizen of tulpen te bossen; wij tuinieren dus in Australië meer dan we naar alle waarschijnlijkheid in de rest van ons leven zullen doen.
Onze (en uw) droomjob is het niet helemaal – rozen hebben doornen (die er niet voor terugdeinzen stevig te prikken), de werkplaats is ‘s ochtends ijskoud (geen isolatie, weet u wel) en de serres bloedheet in de namiddag (wie zei onlangs nog dat het broeikaseffect iets goeds was?) – maar u hoort ons niet klagen (want u bent veel te ver weg).
De tweede zoektocht, die naar een kamer in een gedeeld huis, bleek ietwat moeilijker. Huisbezoek na huisbezoek in de meest uiteenlopende uithoeken van Perth, overal scheelde wel wat aan: te duur, geen internet, te oud huis, te oude medebewoners, toch te slecht gelegen, …
Na vijf concrete pogingen was het – zoals het alombekende spreekwoord zegt – zesde keer, goeie keer en vonden wij op twintig minuten van het werk (dat is kortbij naar plaatselijke normen) een goedkoop maar gezellig optrekje met een op het eerste zicht toffe huisgenoot en op het tweede zicht erg toffe huisbaas. Al de brieven die u ons al lang had willen sturen en op een stapeltje liggen te liggen, kunnen dus vanaf nu niet meer geadresseerd worden aan nummerplaat AO SO 1O, maar zijn meer dan welkom in Alton St 10, 6107 Kenwick, WA, Australië.
Het eerste weekend werd het sociaalste dat we het voorbije half jaar hebben meegemaakt, met een vrijdagavond die een zoete inval werd van de meest bizarre (zowel interessante als oninteressante) figuren, een zaterdagnamiddag die (jammer genoeg in wind en regen) op het terras van een sjieke bar doorging samen met enkele collega ‘groene vingers’ en een zondag met een geweldig gezellig onderonsje dat om tien uur begon met een ontbijt ten huize van Kate (de eega van) en Jade (de toffe kerel die eigenaar is van het huis en dus officieel als de ‘huisbaas’ door het leven gaat), dat uiteindelijk voortduurde tot dieper in de namiddag dan een doorwinterde brunch!


roosjes


180000 gerberas


pluizen maar!


Een rondleiding door ons huis:

de keuken



de slaapkamer



de loungeroom

hit counter

2 opmerkingen:

  1. Een tellertje geplaatst om te volgen hoeveel thuisblijvers nagelbijtend dag na dag en week na week uitkijken naar jullie spannende verhalen? :-)

    Doei ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. waarom verbaast het ons niet dat jij de eerste bent die ons plannetje heeft ontdekt? ;)

    BeantwoordenVerwijderen