dinsdag 2 november 2010

2-11 Melbourne – een dak boven je hoofd

Melbourne is Australiës culturele hoofdstad. Het staat een stap verder dan het ‘zakelijke’ Sydney als puntje bij paaltje komt wat betreft kunst, mode, muziek, theater, design en culinaire geneugtes. De Victoriaanse smeltkroes van nationaliteiten, smaken en ideeën heeft jammer genoeg één groot nadeel: het wispelturige weer. Wij dachten eerst dat dit een fabeltje was dat – door gebrek aan een beter onderwerp om over te klagen – is uitgegroeid tot een alom bekend cliché. Niets is minder waar.
Toegegeven, het jaar 2010 is blijkbaar het meest onvoorspelbare, a-typische en simpelweg slechtste jaar uit het voorbije decennium, maar wie had verwacht dat je steevast, nét voor het buiten stappen, eerder denkt ‘wacht, de paraplu!’ en niet ‘oei, mijn zonnebril’.
Jazeker, slecht weer, het bestaat in Australië, dus als je wat weemoedig bent en denkt aan druilerige herfstavonden of uitgeregende lentedagen: je vindt je gading grijsgrauw weer gegarandeerd in Melbourne.
Wat er dus voor zorgt dat je als Belgisch reisgenootschap als hoogste prioriteit hebt: een beter verblijf dan een busje. In onze zoektocht naar een degelijk en permanent dak boven ons hoofd, versleten wij vooral de zitbank van Matt en Emily. Wij couch-surften enkele dagen bij hen tot we verdreven werden door Ingrid, een over-enthousiaste Limburgse die ook een couch-surf-afspraak had. Gewapend met een parkeervergunning, sliepen wij ’s nachts in de auto, terwijl we overdag van de faciliteiten in het huis konden blijven gebruik maken.
Ondertussen waren wij ijverig op huizenjacht, een niet zo evidente speurtocht. Hoewel het huisvesten van een koppel financieel interessant is (wij zijn bereid iets meer te betalen voor dezelfde kamer dan een solo artiest), staan de meeste huisbazen hier toch niet om te springen. Bovendien zijn wij maar korte-termijn-plakkeblijvers, dus ook daar scoren we geen goeie punten.
We reden van de ene kant van Melbourne naar de andere, om dan te belanden bij mensen die hun e-mails niet aandachtig lezen: ‘ah oei, het is wel maar een eenpersoonskamer’, daarna weer het hele centrum door richting de andere zijde, waar in een rommelhoop van een huis een vijftigjarige hippie-kerel de te huur zijnde ruimte bevolkte met wollen sokken, eeuwenoude (vergeelde) krantenknipsels en zelfgehaakte poncho’s. Weer de auto in dus, weer de andere kant uit om op een volgend ‘hmm, dit is het toch niet’-gevoel te stuiten.
Na een week keerde de tegenslag ons de rug toe en hadden we plots de keuze uit drie degelijk geschikte woonplaatsen, voorzien van ook min of meer degelijke bewoners. Onze voorkeur viel dan op een rijhuisje in Preston, waar we de keuken en badkamer delen met Kaye en Ian (een leuk Australisch koppel van onze leeftijd) en Max en Bowie (twee ongehoorzame duivels van katten). Voor de rest hebben wij ons eigen slaapkamertje, onze eigen zithoek met twee zeteltjes en onze eigen tv. Ons eigen plekje onder de zon (met tussen de twee in, een regenwolk): Hotham St nummertje 64.
Home sweet home.




Matt & Emily


Op stap met Ingrid, Em & Matt



onze tramstop

onze voordeur

Kaie & Ian's balkon

onze achterdeur

onze keuken

onze tv

onze badkamer

onze eetkamer/lounge